29 juli 2020

Delftse studenten brengen verborgen inscripties van NSB kopstuk aan het licht

Decennialang was het een fascinerende plek in Cel 601 van het Oranjehotel: een stuk muur waarover duidelijk een nieuwe stuclaag was aangebracht. Eronder waren vaag contouren te zien van inscripties, maar onleesbaar en zonder betekenis. Tot nu. Na 74 jaar maakten vier studenten van de TU Delft de teksten leesbaar. Met strijklichtfotografie en infrarood-thermografie ontdekten zij dat er een naam, een reeks data en de woorden ‘Eisch’ en ‘Dood’ achter de stuclaag schuilging.

Gecombineerd met feiten uit het archief leidde dit naar de persoon van Daniel de Blocq van Scheltinga (1903-1962), een rechterhand van NSB-leider Anton Mussert van wie bekend was dat hij direct na de oorlog hier werd opgesloten, in afwachting van zijn straf. De studenten traceerden zijn naam en een kalender met daaronder de straf die hij tegen zich had horen uitspreken: “Eisch 11/9/45 Dood”. De Blocq ontsprong de dans. Uiteindelijk werd hij tot twintig jaar cel veroordeeld. Na strafvermindering kwam hij in 1953 vrij en overleed in 1962 in Duitsland.

Het stuk muur werd in 1946 overgeschilderd toen Cel 601 als monument van de Tweede Wereldoorlog werd aangewezen. De tekst paste niet bij de herinnering aan de oorlogsjaren. De ontdekte inscripties zijn tot nu toe de enig bekende inscripties van een Nazi-collaborateur in dit gebouw.

Het onderzoek is gepubliceerd in de Heritage Science