Het stille kerkelijke verzet van Jan Donner

Als reactie op de Februaristaking levert het Convent der Kerken, het adviesorgaan van de protestantse kerken, op 5 maart 1941 een bezwaarschrift aan het College van de Secretarissen-generaal. Hierin wordt geprotesteerd tegen de behandeling van het Joodse deel van de Nederlandse bevolking wat ‘een klem legt op het geweten van onze landgenoten, maar ook naar de diepste overtuiging der kerken indruischt tegen den eisch van Gods Woord’.

Arrestatie

Hoewel het protest niet openbaar wordt gemaakt, leidt de oproep op 20 maart 1941 tot de arrestatie en detentie in het Oranjehotel van Jan Donner, de voormalige minister van Justitie en president van de Hoge Raad en vertegenwoordiger van de gereformeerde kerk in het Convent der Kerken. Donner wordt snel vrijgelaten uit het Oranjehotel, maar kort daarna opnieuw gearresteerd, Pas in april 1943 komt hij weer vrij. Hij vervolgt zijn functie in de Hoge Raad en blijft tot in de jaren '60 actief als jurist en topambtenaar.

Jan Donner is de grootvader van de voormalige minister van Justitie en vice-president van de Raad van State Piet Hein Donner.