Hoe weet je welke dag het is? Het verhaal van Elisabeth (Bep) Boon-Mees

De 53-jarige Bep Boon-Mees (1888-1977) woont aan het begin van de oorlog met haar man Jan Boon in Den Dolder. Tijdens de bezetting doet ze verschillend verzetswerk. Zo verpleegt Bep een zieke parachutist. In juni 1942 wordt ze door de Duitse politie gearresteerd en in cel 381 van het Oranjehotel opgesloten.

Gevangenen in het Oranjehotel zitten 24 per dag uur in een cel, zonder een besef van tijd. Velen houden daarom een kalender bij, op papier of op de muren in de cel. Bep heeft tijdens haar arrestatie een kalender kunnen meenemen waar ze de dagen in gevangenschap op afstreept. Ruim een jaar hangt de kalender, met natuurafbeeldingen, in Beps cel. Ze schrijft deze vol spreken, gebeden en verhalen: ‘Verlangens en wenschen: vrede, vrijheid, geen buikpijn, betere nachtrust..’.

Na ruim een jaar in het Oranjehotel gaat Bep op 10 juli 1943 op transport naar Kamp Vught. In maart 1944 wordt ze vrijgelaten. Haar ervaringen in het Oranjehotel hebben Bep haar hele leven beïnvloed: ‘Diegenen die nooit in een cel zaten, kunnen zich niet voorstellen wat het is om gevangen te zitten en ik denk dat degenen die ’t ondervonden het hun hele leven niet zullen vergeten.’