De laatste loodjes – een onwaarschijnlijke reis
Terwijl de Canadezen in rap tempo naderden, draaide de Sicherheitsdienst (SD) in Ede nog op volle toeren, niet in de minste plaats aangejaagd door de Nederlandse SD’ers die gevestigd waren in de Lunterse villa de Wormshoef. Een arrestatiegolf door de SD van 8 tot en met 10 april 1945 zorgde voor zo’n 50 nieuwe gevangenen in de SD Aussenstelle Lunteren, die sinds de Slag om Arnhem hier gevestigd was. Tussen hen bevonden zich veertien mannen die samen met een eerdere arrestant, in de dagen tot aan de bevrijding tot drie keer toe aan de dood zouden ontsnappen. Henk van Kooten, Thijs Gaasbeek, Roetert van de Zandschulp, Gerrit van de Top, Paul de Nooij, Anton Speelziek, Dirk Bart, Melis van de Berkt, His Tigelaar, Johan Nikkels, Gerrit Nijburg, Willem de Koning, Wijnand Hengeveld, Bart Roseboom en Feitse van der Zouw. Zij waren actief in een van de Edese verzetsgroepen of de Ordedienst. In dit artikel lees je hun wonderbaarlijke verhaal.
In de Wormshoef werden deze gevangenen op brute wijze gemarteld en ondervraagd door onder meer de Nederlandse SD’er Ries Jansen en de Duitse SD-er Arno Huhn. Ook waren ze er getuige van van hoe eerdere arrestanten, zoals de gebroeders Van Steenbergen, hier werden toegetakeld. Na een verblijf vol verhoren, mishandelingen en andere ontberingen werd deze groep gevangenen op 12 april 1945 laat in de avond door SD’er Arno Huhn en vier Landwachters naar Kamp Amersfoort gebracht. Huhn zei onderweg dat hij blij was van dit ‘vuilnis’ af te zijn en dat ze het op de Wormshoef fijn zouden vinden als ze hen dood mochten schieten… In Kamp Amersfoort werd de groep zonder geregistreerd te worden verdeeld over drie bunkers opgesloten. Hun ondertekende doodvonnissen zouden een dag later door een speciale koerier met de motor worden nagebracht.
Villa de "Wormshoef" was een SD- Aussenstelle vanaf September 1944. Bron: GA60231, Gemeentearchief Ede
Uitstel van executie?
Op 15 april 1945 werden de 15 Wormshoefgevangenen in Kamp Amersfoort weer uit de bunkers gehaald. Buiten moesten ze zich in een rij opstellen tegenover een stel bewapende Landwachters en bewakers van het kamp. Op dat moment bleek echter dat hun doodvonnissen ontbraken en ontstond er verwarring. De groep werd daarom in een gesloten vrachtwagen gezet, samen met zo’n 35 gijzelaars, richting de gevangenis in Scheveningen. Was het een wonder? Of letterlijk uitstel van executie? Op weg naar Scheveningen kregen ze rond middernacht een auto-ongeluk. Eén van de begeleidende SD’ers stelde voor om een handgranaat in de gekantelde vrachtwagen te gooien, maar omdat ook de groep gijzelaars in de vrachtwagen zat, zagen ze daar vanaf… Opnieuw was de groep Wormshoefgevangenen aan de dood ontsnapt. Na een verblijf in een varkensstal, wachtend op vervangend vervoer, kwam de groep uit Lunteren 18 april vroeg in de ochtend aan bij de Polizeigefängnis Scheveningen (het ‘Oranjehotel’). Ze wisten niet dat Ede de dag ervoor bevrijd was door de Canadezen. De mannen werden opgesplitst in de dodencellen 606, 608, 610 en 612. Opnieuw leefden ze in onzekerheid over hun status: ter dood veroordeeld of niet?
Bevrijding
Ondanks de overgave was het Oranjehotel op 5 mei 1945 nog in Duitse handen. Pas even na middernacht, op 7 mei, werden de 15 Wormshoefgevangenen vrijgelaten door de Binnenlandse Strijdkrachten die de gevangenis inmiddels hadden overgenomen. Henk van Kooten en Gerrit van de Top hadden de dag ervoor tijdens hun corveedienst nog opgevangen dat er door de Duitse en Nederlandse SD’ers van het Oranjehotel gestemd was om hen al dan niet dood te schieten. Doordat twee Duitsers tegenstemden, is de executie niet uitgevoerd. Bij het Duitse commando in Scheveningen was waarschijnlijk via een bron bekend geworden wat de identiteiten van de 15 verzetsstrijders waren. Met de naderende capitulatie in het achterhoofd heeft dit de Duitsers er mogelijk toe bewogen om deze inmiddels niet-meer-anonieme gevangenen uiteindelijk niet dood te schieten vlak voor de aftocht. Hoewel Nederland al bevrijd was, was hier dus nog een menselijk drama voorkomen!
De terugreis van de “Afgezwaaiden Oranjehotel”
De groep werd na het vrijlaten op 7 mei eerst naar een noodziekenhuis gestuurd en daar onderzocht op luizen en schurft. Daarna zijn ze weer naar Den Haag gebracht. De volgende dag hebben ze met hulp van een Rode Kruis-officier een vrachtwagen gevorderd en een chauffeur bereid gevonden hen naar het Oosten te brengen. De beroemde foto die genomen is van deze vrachtwagen (zie hieronder) met daarop gekalkt de tekst: “Afgezwaaiden Oranjehotel”, laat enkele van de 15 verzetsstrijders herkenbaar zien. Dit zijn: Henk van Kooten (politie-inspecteur), Paul de Nooij (Landelijke Onderduikhulp), Wijnand Hengeveld (politie-agent) en Feitse van der Zouw (lid van de verzetsgroep Van Spankeren-De Vries). Ook zijn verzetsmensen uit andere delen van het land, zoals Nico van Hasselt en Willem Wieringa, te zien op de foto. Van de overige betrokkenen is de identiteit tot op heden onbekend, inclusief de B.S.-er rechts op de foto.
De familieleden van de 15 gevangenen brachten intussen de dagen na de bevrijding door in grote onzekerheid. Een dag na de deportatie van hun geliefden naar Amersfoort werden namelijk drie in de Wormshoef achtergebleven verzetshelden zonder enige vorm van proces door de SD’ers doodgeschoten. Het betrof de gebroeders Van Steenbergen (https://oudbennekom.nl/dubbele-moord-op-de-keijenberg-13-april-1945/ ) en Leonard (Gerard) Lambert, beter bekend als “Kees de Belg”. Zou dit lot ook de rest beschoren zijn? In Ede was namelijk al bekend dat er doodvonnissen waren uitgeschreven.
De foto “Afgezwaaiden Oranjehotel” genomen op de Pletterijkade op 8 mei hangt in de expositie van het Oranjehotel. Bron: Gemeentearchief Ede, NIOD
De groep van in totaal 37 gevangenen werd met de vrachtwagen naar Utrecht gebracht. In een hotel kregen ze eten en van daaruit zijn ze laat weer vertrokken, richting Amersfoort, Apeldoorn en Ede. De vreugde was dan ook groot toen op 9 mei de dood gewaande geliefden in de armen gesloten konden worden!
De nasleep
Politie-inspecteur Van Kooten keerde na zijn gevangenschap terug op het politiebureau in Ede. Hij was belast met het opstellen van processen-verbaal rondom de Wormshoefmartelingen. Van Kooten tekende de verklaringen op van gevangenen in de Wormshoef, waaronder die van medegevangenen Gaasbeek, Nikkels, Speelziek, Van de Top en Van der Zouw die met hem in Scheveningen hadden gezeten. Ook nam hij verklaringen af van de verdachte SD’ers. Voor de moord op de gebroeders Van Steenbergen is SD’er Ries Jansen later ter dood veroordeeld en geëxecuteerd. Arno Huhn werd op 10 mei 1954 vervroegd vrijgelaten.
De ervaringen van de 15 overlevenden zijn later door enkelen van hen zelf opgeschreven. In de meeste gevallen zijn deze in privé-archieven verdwenen. En voor de nabestaanden komen zelfs 80 jaar na dato nieuwe feiten aan het licht. De digitalisering en openbaarstelling van archieven is van onschatbare waarde gebleken. Al is het alleen maar omdat van hen die gestreden en geleden hebben ten behoeve van onze vrijheid ‘elke naam telt’.
Auteurs: Henrico Hendriksen & Nils Hijlkema
Bronnen:
Paul de Nooij, Terugblik op de oorlogsjaren 1984
Christiaan de Nooij, Schrijven Snor Top 1965
Henrico Hendriksen, De Wormshoef, Waar helden zwegen, Gemeentearchief Ede: 139-70
Bas von Benda-Beckman, Het Oranjehotel, een Duitse gevangenis in Scheveningen
Ludwin Wieringa, “Wat een ellende toch over ons lieve land” – Oorlogsdagboeken van Wim en Fer Hoonhout
“Losse Aanwinsten betreffende de Tweede Wereldoorlog (1939-1945), 20e eeuw”, Nummer Archief inventaris: 2.22.17, Inventarisnummer: 59 Moordzaken SD-ers in oorlogstijd. Bundel processen-verbaal van verhoren aangaande de Wormshoef-zaak (SD-Stelle Lunteren 1944-1945), gedateerd 11 november 1947, Nationaal Archief.