Gangloopster Greetje Ziegler
Greet Ziegler – Cooijmans zat van 13 maart 1942 tot 1 november 1943 (1,5 jaar!) gevangen in het Oranjehotel. Als ‘gangloopster’ hielp ze de Duitse bewakers met eten rondbrengen, schoonmaken en andere klusjes. Door dit baantje had ze veel meer contact met andere gevangenen dan haar lotgenoten. Brieven die ze in die periode schreef, bleven jarenlang als stille getuigen onaangeroerd. Kleindochter Evelien Pullens besloot ze tijdens de lockdown eens goed te lezen en de brieven met het onleesbare handschrift over te typen. Het leverde een aantal bijzondere verhalen op en een uniek kijkje in het dagelijks leven in het Oranjehotel.
"U moet weten, ze had een kaart gestuurd voor warm goed en er op gezet; BRENGEN. Ze zou dan wat kleren mee terug kunnen geven. Fie ging er nu vanmorgen heen en na veel vieren en vijven mocht ze er dan in, want het wordt eigenlijk niet toegestaan om iets te brengen". Fie is het dienstmeisje van de familie Ziegler. Samen met kindermeisje Riekje heeft ze plots de zorg voor 3 jonge kinderen, waaronder mijn moeder. Vader Franz Ziegler, hoffotograaf van de koninklijke familie, is overleden en moeder Greetje is opgepakt en vastgezet in het Oranjehotel.
”Fie was dus binnen en moest ze wachten in een halletje waar verschillende deuren op uit komen. Ze zat daar al een poosje en zag gevangenen binnen brengen en weggaan. Er gingen deuren open en zag ze een meisje er uit komen met twee emmers in de hand. Fie dacht nog, dat meisje werkt hier zeker. Totdat opeens dat meisje haar aankeek en ze zag dat mevrouw Greetje het was. Ik kan u allemaal niet zo precies schrijven hoe of dat was. Fie was er zoo vol van en ontroerd. Het is ook bijna niet te geloven, dat ze na 8 maanden nu toch eens even haar gezien heeft. Zeggen mocht ze natuurlijk niets. Ze fluisterde zooveel groeten voor allemaal en moest toen weer gaan. Fie herkende haar niet zo meteen omdat ze nogal gevuld was in het gezicht en het haar lang had hangen. Mevrouw had klompen aan met dikke sokken, verder zag Fie een wit bloesje en een schort voorgebonden.”
Greetje was gangloopster en werkte binnen de gevangenismuren. Ze schreef in één van haar brieven dat ze zelfs buiten op straat kwam om de wagen van Herr Schweiger schoon te maken. ”En toch zou ik er niet vandoor gaan. We liggen goed aan de ketting.”
Tekst: Evelien Pullens, februari 2021
Afbeelding: tekening van medegevangene Aat Breurs