Na de bevrijding in het Oranjehotel: Jan Teunissen, ‘de Nederlandse Leni Riefenstahl’
“Ja, ik zat op de dodengang met Mussert en Blokzijl. We werden samen gelucht.”
-Jan Teunissen, ex-gevangene Kamp Scheveningen
Het Oranjehotel staat vooral bekend als gevangenis waarin tijdens de bezetting verzetsmensen werden opgesloten. Maar wat veel minder mensen weten, is dat er na de bevrijding ook collaborateurs werden vastgezet. Naast NSB-leider Anton Mussert en radiopropagandist Max Blokzijl, die voorafgaand aan hun terdoodveroordeling in de cel verbleven, zat hier Jan Teunissen, propagandafilmmaker, achter de tralies. Hij zat een straf uit van 3,5 jaar. In de documentaire De Propagandist, die op 27 maart uitkomt en de Best Dutch Film award won op het IDFA, worden zijn drijfveren ontrafeld, evenals de werking van propaganda, die nu actueler is dan ooit.
De Hagenaar Jan Teunissen (1898-1975) maakte tijdens de bezetting propagandafilms als hoofd van de NSB Filmdienst, de SS Filmdienst en het Filmgilde. Je zou hem daarom ook wel kunnen zien als ‘de Nederlandse Leni Riefenstahl’. Zelf noemde hij zich ‘de filmtsaar’, maar moest in feite binnen de smalle kaders van de bezetter opereren. Voor de oorlog was hij een succesvol avant-garde filmer en maakte onder andere een sfeervolle korte documentaire over de joodse buurt in Amsterdam, Sjabbos. Maar toen de Duitsers binnenvielen, maakte hij een flinke draai.
Opgespoorde geluidsbanden
Vertrekpunt voor de documentaire zijn de geluidsbanden van een meer dan zeven uur durend interview met Jan Teunissen, afgenomen in de jaren ’60 in het kader van een project van oral history-pionier Rolf Schuursma. Regisseur Luuk Bouwman (bekend van de film Gerlach) en researcher Rik Binnendijk stuitten op deze banden na het maken van de documentaire Allen tegen Allen (2019), over de opkomst van het fascisme in Nederland. Ook filmhistoricus Egbert Barten sprak met filmmakers over hun werk in de oorlog. Aan de hand van deze interviews, dagboekfragmenten, familiefilms en propagandafilms vertelt Bouwman het verhaal van Teunissens opkomst en ondergang, de werking van propaganda en de manipulatieve kracht van film.
Teunissen was in de jaren dertig een pionierende filmmaker. Hij was sterk in montage en maakte innovatief gebruik maakte van geluid, dat toen nieuw was in films. Zelf zei hij over de film Sjabbos, dat hij brieven zou hebben gekregen van joodse mensen, die schreven dat ze door hem tot het geloof waren teruggekeerd. Bovendien was hij de maker van de eerste Nederlandse geluidsspeelfilm, Willem van Oranje, uit 1934. Die film werd echter een enorme flop, en zijn gekrenkte eer was een van de redenen waarom hij in de oorlog de kant van de collaboratie koos.
Antisemitische tekenfilm
Een groot deel van het leven van Teunissen speelde zich in Den Haag af. Hij was door een erfenis een vermogend man en woonde in een groot herenhuis aan het Lange Voorhout. Dat was tijdens de oorlog het centrum van de Nederlandse film, en -- een nog heel onbekend verhaal -- in de stallen achter zijn woning werd met een groot team een antisemitische tekenfilm gemaakt, in de stijl van Disney.
Het waren echter niet de propagandafilms die een rol speelden bij de rechtszaak tegen Teunissen. Hij werd veroordeeld voor onder andere het verraden van mensen en het helpen doorverkopen van bioscopen die voor de oorlog een Joodse eigenaar hadden. Wel kreeg hij daarnaast een beroepsverbod van 11 jaar opgelegd. Daar liet hij zich weinig aangelegen liggen. Hij bleef gewoon zijn diensten aanbieden als editor, onder andere bij Duitse omroepen, onder voorwaarde dat zijn naam niet vermeld werd op de credits.
Hoe kijkt Teunissen in de jaren zestig terug op zijn veelbewogen leven en zijn omstreden daden? In hoeverre heeft het verblijf in de gevangenis Teunissen tot inkeer gebracht?
De Propagandist is vanaf 27 maart in vele landelijke bioscopen te zien, waaronder het Filmhuis Den Haag en op het platform Picl. Bekijk hier de trailer.