‘Kleine oorzaken hebben dikwijls grote gevolgen’ - het dagboek van Johanna Engel
In oktober 1940 wordt de 16-jarige Johanna Engel (1924-1998) in het Oranjehotel opgesloten vanwege een aanvaring met een Duitser. In haar dagboek schrijft Johanna rijmend over haar ervaringen en de reden van gevangenschap. Hoewel meerdere pagina’s ontbreken geeft het dagboek een mooi inkijkje in het leven tijdens de bezetting en het Oranjehotel.
‘Kleine oorzaken hebben dikwijls grote gevolgen’, zo begint Johanna haar verhaal. Na de aanvaring met de Duitser wordt ze tijdens een verhoor onder druk gezet om de namen van vier jongens te delen die haar hebben geholpen weg te komen. Nadat Johanna één naam vertelt besluit ze - vol spijt - te zwijgen. Gevangenschap in het Oranjehotel volgt al snel:
“En na een vijfurig verhoor
Zeiden ze: “Je moet er van door
Ga naar huis een koffer met kleren halen “Vlug!”
Want je komt voorlopig niet meer terug
Het was ‘s avonds halfacht dat we met een boevenwagen verdwenen”
Ook de jongen wiens naam Johanna heeft genoemd zit hier opgesloten: Piet Koster. Met behulp van de gevangenen die elke dag de Kübelton legen (‘De jongens die daaraan kwamen sjouwen. Kon je vast als 2×2=4 is vertrouwen’) weet ze te achterhalen in welke cel Piet zit:
“De cel van dien Heer
Hoe heet hij ook weer?
Zit hier in cel 384
Dus als je hem wilt laten groeten
Trap je maar even zonder iets te zeggen op mijn voeten
We mochten in het geheel niet praten
Want als ze dat hadden in de gaten”
Vanwege het ontbreken van meerdere pagina’s is het niet precies duidelijk wat er daarna gebeurt. In ieder geval wordt Johanna na vrijlating wegens verschillende incidenten tweemaal wederom in het Oranjehotel opgesloten:
“Ze beweerde dat ik staatsgevaarlijk was
voor deze tijd. En ze hadden toen de aardigheid
Om me weer in zo’n cel te stoppen
Waar ik me somtijds zat te verkroppen”
Uiteindelijk wordt Johanna vrijgelaten, maar duidelijk is dat deze gebeurtenissen haar anti-Duitse ervaringen heeft versterkt. In de rest van het schriftje noteert Johanna vele anti-Duitse moppen, gedichten en liedjes - om haar ‘woede op papier te koelen’.